Van dorp naar stad
De eerste vermelding van de naam is volgens Jacobus Emerins (geb. 1725 Lillo – ovl. 1795 Veere) gedaan in een oorkonde van 1203, waar melding wordt gemaakt van een getuige met de naam Witte de Reymerswaal. Volgens Cornelis Hollestelle (1866-1936), oud-archivaris van Tholen, zou de naam van het dorp Reimerswala voor het eerst worden genoemd in een oorkonde van april 1214, waarin Wouter van Cruiningen, tot heil der ziele zijner overleden echtgenoote, enige moeren aan de abdij van Ter Does schenkt ten zuiden van het dorp. Het aanzien van het dorp stijgt in de 14e eeuw door toedoen van het huis van Beieren/Henegouwen. Zo verleent Willem van Henegouwen (1297-1337) in 1315 aan Reymerswael het stapelrecht van en naar Brabant, hetgeen door zijn broer Jan van Beaumont wordt bevestigd. Al snel volgen meerdere vrijstellingen (vrijdommen) van tol- en stapelrecht in andere gebieden en steden.
Nadat Willem van Beieren (1330-1389) in 1355 twee jaarmarkten in Reymerswael instelde en ook de rechtspraak voor Zuid-Beveland daar centreerde, was de stap naar het stadsrecht nog maar klein. Het duurde echter nog 20 jaar voordat Hertog Aelbrecht van Beieren, de broer van Willem, in 1375 de poorters van de ‘stad’ diverse rechten en privileges gaf, zoals de omwalling, het gildenrecht en de aanstelling van schepenen.
Als in 1377 Aelbrecht het recht geeft om grachten, poorthuizen en muren te voltooien, mag de plaats Reymerswael zich ‘met recht’ een stad noemen.
