Driekoningenkan
Het Driekoningenfeest werd in de middeleeuwen groots gevierd. Op 6 januari herdacht men dat de ‘magiërs’ of ‘wijzen’ uit het oosten het Christuskind in zijn stal te Bethlehem kwamen bezoeken. De vrome volksverbeelding maakte er drie koningen van, naar aanleiding van de geschenken die ze meebrachten: goud, wierook en mirre. Ze kregen de namen Caspar, Melchior en Balthasar. Tal van relieken en kunstwerken herinnerden aan de ‘Aanbidding der Wijzen’. Keulen werd hun belangrijkste bedevaartplaats.
Driekoningenkan uit Reimerswaal
Het feest op 6 januari werd gevierd met onder meer religieus toneel, kinderprocessies en het eten van lekkernijen, zoals driekoningenkoeken met een boon erin. Wie de boon kreeg, was deze dag koning. Ook in de toegepaste kunst lieten de Drie Koningen sporen na.
Een mooi voorbeeld is een luxe ‘Driekoningenkan’ uit de verdronken stad Reymerswael.
Ook uit het vondstmateriaal van kasteel Hellenburg bij Baarland is een Driekoningenkan bekend. Het object uit Reymerswael, met een hoogte van 33,5 centimeter, is gemaakt van rood- en witbakkend aardewerk met loodglazuur en koperoxide.
Mooie versieringen
Sommigen spreken van een misbaksel, maar toch trekken de mooie versieringen de aandacht: het gezicht op de hals en de figuren van de Drie Koningen, omgeven door florale motieven en grote ‘stippen’. De kan stamt waarschijnlijk uit Vlaanderen en wordt gedateerd in de laatste helft van de veertiende eeuw: de tijd waarin Reimerswaal zijn opgang bekroond zag met stadsrechten (1375).
De Driekoningenkan mijmerde eeuwen voort op het ritme van het getij, tot hij in 1978 werd gevonden door de familie Gerritsen uit Tholen. Via de grote verzamelaar Hendrik Jan van Beuningen belandde hij in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.
Bron: www.zeeuwseankers.nl
Door: Jan Kuipers